Als docent volg ik de ontwikkeling van de werkbladen van mijn studenten met grote interesse. Ze roepen associaties op met grotschilderingen of hedendaagse graffiti. Generaties van studenten reageren zo bewust of onbewust op de laag die eraan voorafging. De werkbladen dienen in de les uiteraard enkel als achtergrond, en krijgt niet geregeld de volledige aandacht in het creatieve proces. Om mijn bijdrage toe te voegen aan deze onbewuste dialoog, heb ik besloten de achtergrond naar de voorgrond te brengen.

De computergestuurde freesmachine die ik voor dit werk gebruikte, doet me denken aan het spelen met een spirograaf. Ik herinner me dat ik gefascineerd was door de prachtige semi-willekeurige vormen die vlak voor mijn ogen ontstonden. Als kind vroeg ik me af: heb ik deze tekening gemaakt? Of is het ontstaan door de willekeurige combinatie van tandwielen?